1. Deeg kneden
Het deeg kneden is voor zowel een brood met desem als met gist hetzelfde. Wees niet te lief voor het deeg, je mag gerust wat kracht gebruiken. Kneed het deeg totdat het elastisch is en je er een vliesje van kunt trekken. Dit kan je eenvoudig testen door een klein balletje te draaien van het deegstuk en hier een vliesje van te trekken.

Maak je een desembrood dan kan je door naar: 3. Rijzen brood met desem. Voor brood met gist kan je door naar stap 2.

2. Rijzen brood met gist
ca. 3 uur
Leg als eerst een kom klaar met daarin een doek met wat bloem. Dit zorgt ervoor dat het deeg niet tegen de kom aan gaat plakken. Maak vervolgens van het eeg een bol en plaats deze afgedekt in de kom. Zet de kom weg op een warme plek. Dit kan bijvoorbeeld bij de verwarming of in een afgekoelde oven van maximaal 27 graden. Laat het deeg 3 uur rijzen of tot het ongeveer verdubbeld is.

Maak wanneer het deeg bijna klaar is het vuur en de kolen gereed voor de DO. Het is belangrijk dat de DO al goed op temperatuur is voordat het deeg erin gaat. Zorg voor goede ovenwanten aangezien de DO erg heet wordt! Ga door naar stap 4. Brood in de DO

3. Rijzen brood met desem
ca. 12 uur
Pak een kom en strooi er wat bloem in. Leg vervolgens het deeg in de kom en plaats het op een warme plek. Dit kan in een afgekoelde oven van maximaal 27 graden of bij de verwarming of andere warme plek. Laat het deeg nu 3 uur rijzen. Na deze 3 uur plaatsen we de kom in de koelkast en laten we het staan tot de volgende dag (Het kleine potje is mijn desemcultuur die ik na het voeden ook 3 uur laat rijzen).

Het desem heeft nu de hele nacht de tijd gehad om het deegstuk te bewerken. Wij gaan het deeg nu nog een keer laten rijzen. Bestrooi het aanrecht met bloem en leg het deegstuk voor je neer. Maak ondertussen de kom alvast klaar door er een theedoek in te leggen met wat bloem in. Vervolgens gaan we de lucht uit het deeg drukken en vouwen we een pakketje van het deeg zodat we een stevige bol kunnen maken.

Deze bol laten we nu nog 3 uur afgedekt rijzen op een warme plek. Maak wanneer het deeg bijna klaar is het vuur en de kolen gereed voor de DO. Het is belangrijk dat de DO al goed op temperatuur is voordat het deeg erin gaat. Zorg voor goede ovenwanten aangezien de DO erg heet wordt!

Haal de DO van het vuur als deze goed heet is en zet deze op een veilige plek neer. Als eerste bestuiven we de bodem van de DO met wat bloem. Dit zorgt ervoor dat het deeg niet aan de bodem gaat plakken. Daarnaast kunnen we op deze manier testen of de DO niet te heet is. Als de pan te heet is zal het bloem namelijk gelijk verbranden (bloem wordt bruin). Laat de DO dan even afkoelen en probeer het later nog een keer. Als het bloem niet verbrandt kunnen we het deeg in de pan leggen. Doe dit door het doek met het gerezen deeg om te draaien boven de DO. Zet vervolgens je handtekening door wat inkepingen in het deeg te maken met een scherp mes. Uiteindelijk plaatsen we weer het deksel op de DO met ongeveer 16 hete briketten. De DO is nu helemaal gereed en kan boven het vuur.

Omdat de temperatuur van de DO lastig te sturen is, controleren we het brood na 20 minuten. Het brood zal een stuk groter geworden zijn en begint ook al een mooie bruine kleur te krijgen. Is dit niet het geval, maak dan het vuur wat hoger of plaats nog wat kolen op het deksel. Controleer het brood na 35 minuten weer op de kleur en pas eventueel het vuur en de kolen aan. Na ongeveer 45 minuten zal het brood klaar zijn. Het laatste onderdeel is voor mij altijd het moeilijkst: afkoelen. Laat het brood 30 minuten afkoelen en daarna kan je genieten van je eigen brood! Eet smakelijk!